Hoofdklasse
Evert van de Pol dus na 4 ronden nog alleen aan de leiding. Hij versloeg Jan Ongolesono. In deze klassieke partijopzet speelde de Barneveldse dammer al vroegtijdig zijn kroonschijf op. Jan had hiervan positioneel kunnen profiteren maar ging op zijn 27e met de verkeerde schijf te werk. Na een afwikkeling offerde Jan (wellicht noodgedwongen) een schijf om ergere pijn aan zijn linkervleugel te voorkomen. Daarna kwam hij er toch niet meer aan te pas omdat de linkerkant van zijn bord totaal werd kaalgevreten.
“Ach, wat valt er te vertellen over mijn partij tegen Andrew Tjon A Ong”, aldus Fred Wortel. Het waren maar 5 heel interessante partijfases. De partij tussen pupil en trainer begon met een stukje huisvlijt van witspeler Fred. Exact deze variant met een nieuwtje op 12e zet was een paar uur voor de wedstrijd nog op zijn bord geweest. Nauwelijks onder de indruk zette Andrew in het middenspel de druk er vol op. In zijn gedrevenheid om controle te krijgen op zijn linkervleugel overzag de LDV’er een schijfoffer. Het resulteerde in een afwikkeling met wederzijdse dammen. De fase met beide dammen op het bord was slechts van korte duur. Zwart offerde zijn dam om kort daarna de witte dam af te nemen. In het verlate middenspel was het evenwicht lang nog niet verstoord. In tijdnood echter offerde Fred een schijf teveel voor de doorbraak en moest kort daarna zijn leermeester feliciteren met de overwinning.
Tegen angstgegner Lucien Farzan investeerde Wim Vlooswijk veel tijd in de eerste 24 zetten. Nadat de Maarssenaar voor een schijf dreigde door te breken vatte Wim dit te lichtvaardig op. Na een fout op de 25e zet (29-24 i.p.v. bijvoorbeeld 42-37) belandde hij in een moeilijk eindspel. Nadat hij ook nog eens op het verkeerde veld dam haalde, deed hij de tegenstander bijzonder veel plezier. Die besliste de partij (toch weer) met een mooi zetje.
Nog een angstgegner, maar dan voor Harry de Waard. Tegen Leo van der Laan is de Zeistenaar de laatste tijd niet erg succescol. Dat was afgelopen woensdag ook weer het geval. Vanuit flankspel zag het er de eerste 25 zetten gezond uit voor Harry, die een verrassend schijnoffer in petto had met een ruil naar een centrum. Enkele zetten later produceerde hij echter een “grafzet” en kwam hij er niet meer aan te pas. Zijn rechtervleugel werd krachteloos en kon hij met lede ogen toezien dat zijn stelling zet voor zet afbrokkelde.
Ton van der Ploeg liet zich bewust opsluiten op zijn linkervleugel. Maar tegenstander Kennedy Krishnadath verbrak deze opsluiting om zijn rechtervleugel zoveel mogelijk te activeren gezien het opkomende drukspel van de ADG’er. Net nadat de Utrechter wat ruimte kreeg, tuinde hij in een zetje dat al eerder al dreigde. Kennedy kon zich er niet meer “uitrommelen.”
In de 2 overige partijen werden de punten gedeeld.
Bram Cysouw kreeg van Arne van Mourik een poging voorgeschoteld om op half open klassiek in te gaan. De vraag was of Arne zijn tegenspeler niet wat al te veel in het zadel hielp maar met het partijverloop haalde hij zijn gelijk. De stelling werd opengebroken en daarna had de Bunniker overduidelijk voordeel.
Maar ondanks dat Bram niet veel meer over had dan “los zand” wist hij met een paar voorwaartse ruilen de boel draaiende te houden. Ergens na de veertigste zet moet Arne een veel sterker (centrumgericht) plan hebben gemist en in een 5 om 5 begreep hij dat: remise.
Cock van Wijk was niet tevreden over zijn opening tegen Jelmer Martens. Hij moest veel ruilen om de aanval op de witte voorpost te weerstaan. Daarna was het lange tijd onduidelijk wie in het flankspel beter stond; beide spelers voelden enige druk. Uiteindelijk veroverde Cock het centrum en moest Jelmer de remise zoeken. Dat lukte via een leuk gambiet.
Eerste klasse
Jan Koerselman en Arie Koster behoren tot de kanshebbers op de titel en proefden elkaar de nieren. Jan bouwde een sterk centrum op en duwde zwart naar de flanken, maar daar weet Arie, zoals bekend, wel raad mee en begon langzamerhand Jan wat onder druk te zetten. Toch liet hij zich verrassen door 25-20 en moest er secuur gespeeld worden. Nadat beide spelers dam haalden, bleek er een verrassend motiefje in te zitten en werd het plots remise. Jan schrijft hierover: “De partij tussen Jan Koerselman en Arie Koster begon wat saai, maar werd rond de 40ste zet erg boeiend. Arie had een overtal op zijn Lange Vleugel en dat werd een steeds dreigender aanval. Jan moest hiertegen wel wat ondernemen maar dat pakte wonderwel goed uit met een onorthodoxe opsluiting. Daardoor kon Arie alleen nog op zijn Korte Vleugel spelen en dat deed hij dan ook voortvarend. Ten koste van een schijf liep hij door naar dam. Jan kreeg eveneens een dam maar het lukte hem niet om alle ballen in de lucht te houden (lees alle verspreide en losstaande schijven op tijd te verdedigen). Arie wikkelde bekwaam af naar een remise”.
Hans Loots en Hensley Nepumoceno toonden respect voor elkaar, ruilden voortvarend af en gunden elkaar de weg naar dam. Met dit verschil, dat Hensley een vangstelling had ingebouwd, waardoor Hans direct verloren stond en onthutst moest opgeven.
Jaap Langerak en Harry Vredeveldt speelden weer eens een interessante partij. Harry zette Jaap in het middenspel vast en Jaap vertrouwde erop, dat zwart wel moest komen en er een voordelige afruil zou komen. Zo geschiedde en werden de bordjes verhangen. Gelukkig kon zwart met een schijf minder ontsnappen naar remise.
Ben van der Linden bracht Hans Verhoeven diens tweede nederlaag toe. Hans dacht met een schijf te offeren een voordelige stand te krijgen, maar speelde daarmee Ben in de kaart. Ben combineerde naar dam, dreigde met schijfwinst en Hans gaf op.
Gerard Benning en Dirk Bijkerk hielden elkaar op hun vierde remise. Analyse moet uitwijzen of er niet meer in had gezeten voor zwart. Gerard Benning zegt hierover: ”Ik denk dat je mag stellen dat we een terechte uitslag hadden met remise. Uit de analyse met Kingsrow bleek ook dat we tot het eind gelijkwaardig waren. Dirk kon pas in een 5 -om-5 doorbreken naar dam met een offer, niet meer dan remise”.
Eric Dubelaar werd door Karel Hammacher in de houdgreep genomen, na een zwakke opbouw van Eric en er hielp geen moedertje lief om de witspeler te redden. Al liet Karel hem onnodig wat op het droge spartelen, voordat het over en uit was.
Leo van Raaij ontsnapte tegen Cor Vonk aan een nederlaag. In het middenspel leek er geen vuiltje aan de lucht voor de witspeler. Maar het eindspel liep minder en door twee schijven te offeren en naar dam te lopen hoopte Leo de remisehaven te bereiken. Wat hij met het nodige fortuin te bereiken.
Hans Vermeij rekende zich tegen Mahesh Shankar al rijk met schijfwinst. Maar zwart vermande zich en toonde zijn klasse door wit positioneel het bos in te sturen en won. Hans geeft het volgende aan: “Op de 23ste zet kreeg ik zomaar een schijf cadeau waardoor ik de partij moest gaan winnen, maar omdat ik de partij niet wilde vereenvoudigen en mijn stand steeds ingewikkelder werd en ik veel tijd nodig had, heb ik helaas toch nog verloren. PS: Elke keer leer je weer……”
Tweede klasse
Ruud de Koning speelde remise tegen Peter van der Zwaag in een partij zonder hoogtepunten, hoewel zwart in het eindspel de overhand leekt te krijgen, maar Ruud kon erger voorkomen
Jan Drijver verloor van Sjef Valk en dat was wat onnodig, als hij de dreigende forcing van Sjef had doorzien en tegenmaatregelen had genomen. Jan gaf ons het volgende mee: “Een goede DAMMER herken je meestal aan het gelijke aantal schijven dat hij heeft; bijv. een stand van twaalf om twaalf. Heeft één van beide spelers een schijf minder dan zijn tegenstander, dan is de partij ook vaak niet meer te winnen!! Daaraan moest ik denken bij de damwedstrijd tegen Sjef Valk van gisterenavond. Deze heb ik verloren, doordat ik tegen alle regels in de KROONSCHIJF opspeelde, waarna zwart op dat veld een dam behaalde; over veertien dagen een nieuwe kans”.
René Runhaar riep al vroeg op de avond ach en wee, omdat hij blunderde tegen Andreas Ongers, die dit buitenkansje niet liet liggen en keurig twee punten en een blauwe uitslag kon laten noteren!
Mario Lambrechts schrijft over zijn partij tegen Roy Verveer: De witspeler verplaatste het merendeel aan schijven naar de linkervleugel, waarna de rechtervleugel open kwam te liggen voor de aanval van Roy Verveer. Roy speelde dit keurig naar de winst in een vrij kortdurende partij.